van kleine zeshoeken^ 133 XL Veel meer byzondere omftan- digheden zyn 'er, die zich opdoen al- leenlyk in de verfchillende diepte des waters, en die verfcheiden, ja zelfs on derling flrydig zyn, waarom ik deze niet mag voorbygaanwelke verfcheide- ne hoogten in dejïancquen vordertover mits een jlancqdie in gevalle van een laag terrain met horizontale fchooten de gracht verdedigt, den diepen bodem van een drooge grachtter oorzaak van des- zelfs al te groote verhevenheid boven de zen bodem, ter naauwer nood behoor- lyk zoude befchermen. Hier door zou de het insgelyks konnen gebeuren, dat het zelve enkele tenaiüe van den grooten v a u b a n fchoon op een lager terrain naar behooren aangelegd, indien het ge- meene water al te diep onder de vlakte des velds aangetroffen wordt, onverde- digbaare hoeken zoude formerenwel ke groot en genaakbaar zouden wezen ten zy men konde befluitenom deszelfs al te groote hoogte boven den bodem van de drooge gracht, of vlakte van het diepere water te verminderen, en des- zelfs bedekten weg onder de vlakte des velds tot op de diepte van het water te laten inzinken.Waarom de vermaar- I 3 de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 201