134 A- LIEFTINCK OVER 'T VERSTERKEN de coehoorn (b) niet zonder reden die ingenieurs berispt, welke zonder acht te geven op den horizontgeene zwarig heid maken om overal hunne algemee- ne verfterkings manieren ter uitvoer te brengen. XII. Ik zoude bykans ontelbaare omftandigheden meer konnen opnoemen, die ieder haare byzondere verfterkings methoden vorderenmaar dewyl uit het bygebrachte genoegfaam gebleken is, dat 'er in het opbouwen van vestingen zeer veele omftandigheden zich opdoen die verfcheiden en met eikanderen ftry- dig zynzoo achte ik het onnoodig om breedvoeriger daar over te handelen. XIII. Men heeft zich dan niet te verwonderen, dat de bedrevenfte enver- ftandigfte Meester der vesting-bouwers anders zyn vyfhoek heeft verfterkt, an ders zyn grooten zeshoeken dat hy zy- ne zevenhoeken met andere verfterkingen omringd heeft dan zyn achthoekige ves ting over welker vestingen ftrydige ver- fchillendheden de fchriften der Ingeni eurs konnen worden nagezien. Met (b) In het begin van het achtfte Capittel van ayn boek over de Nieuwe Vesting-bouw.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 202