*3<5 a. liëftïnck over 't vërstérkën feen nadeel kan toebrengendat hy in .et verfterken der fteden van Je veron- derftellingen dier werken is afgeweken, welke in zyne fchriften voorkomen want onze coehoorn, die al te wel byzonderheden van het algemeene wist te onderfcheidenheeft overal byzonde- re omjlandigheden aangetroffenwelke te veranderen hem onmogelyk waswelke met ongelykaartige byzonderheden te vergelyken noch de eenvoudige denk beelden der dingennoch de bevindinge coehoorn ooit geleerd hebbendie de konst niet fchynt verftaan te hebben om van byzondere dingen algemeenhe den te makenwelke te beoordeelen uit loutere ingebeelde beginzelen alleen het doen is van hundie overal waanen te vinden het gene zy eenmaal hebben uit gedacht, waar van coehoorn noch tans ten eenemaale afkeerig was. XVI. Indien het dan zoo ongerymd is, om eene byzondere verfterkings-ma nier op alle voorkomende gevallen te willen applicerenals uit de vorige bekend isdan weet ik zeker nietwat die naamlooze fchryver van coehoorn hebben wil maar het fchynt my eer

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 204