VAN KLEINE ZESHOEKEN. 139 heid van alle gelyknaamige deelen, ge dogen. 9 XIX. Wanneer men dan uit het middel-punt C met de ftraal A. C eenen cirkel befchryft, zal men gemakkelyk met dezelve opening des pasfers den om trek in zes gelyke deelen konnen ver deden, namentlyk door de punten A, B, D, E, F, en G. Als men nu ver der uit deze punten de eene om de an der rechte linien (gelyk AD, DF, A F, B G, B E, en G E.) wil trekken, zal men de facenflancquen en gordynen op de volgende manieren lichtelyk kon nen bepalen. XX. In myne achthoekige vesting, welke men vindt in de verhandelingen van de Maatfchappy der Wetenfchappen te Haarlem (c), heb ik de facen zeer kort gemaakt, zoo dat ze niet meer leng te hebben dan 12 roeden. In twee an dere verfterkings- manierenonlangs door my in 'tlicht gegeven, ziet men facendie maar 10 roeden lengte heb ben. Laat het U dan niet vreemd dun ken, geachte lezers! dat ik de gezichts- wal- (c) Tiende deel, tweede ftuk, bl. 44,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 207