144 a' lieftinck over t versterken gonen met zynen zeshoek bykans dezelf de lengte hebbenniet groter dan 16 halve roeden, dat is, bykans 8 Rhyn- landfche roeden. Indien men in tegendeel de myne be- fchouwtzal men dezelve over de 24 roeden lang bevinden. Tusfchen de facen ziet men geen min der onderfcheid. Volgens het voorzei- de tafeltje des vermaarden Mans hebben de facen der bolwerken de lengte van 40 halve franfche roedenmaar de myne zyn niet langer dan 12 roeden: welke, en hoedanige groote voordeelen hier uit geboren wordenheb ik reeds elders ge noegzaam aangetoond. XXVIII. Ziet daar dangunflige le zers op welke wyze men flancquen van eene behoorlyke lengtezelfs in kleine re vestingenkan verkrygenen om aan te wyzen dat 'er geene de minfte zwarig heid in fteekt, om van 's gelyken, fchoon de kafteelen noch veel kleiner zynech ter eene vereischte hoegrootheid van ver dediging te behouden, zal ik hier tab. II. in het korte voordellen, hoedanig door eene weinige verandering te maken in de verfterkings-manier vap den reeds

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 212