148 A. LIEFTINCK. OVER 'T VERSTERKEN hoeken, 'twelk de natuur van eene ves ting aan de voorkomende byzondere omftandigheden overlaaten over het noodzakelyke der vestingenwaar door fommige dingen door het beginzel der vestingkunde zoodanig bepaald worden dat dezelve volftrekt alzoo en niet an ders moeten worden uitgevoerdik zou de de paaien van het beftek eener korte ^verhandelinge verre te buiten loopen; ik zoude dan befchouwingen moeten voorftellen zoo ten opzichte van de bol- werks-hoekenwaar in bykans ontallige omftandigheden zouden moeten worden ontwikkeld, als ten opzichte van de flancquenwelker ftand op de lyn van verdediging, welker grootheid, welker eigenfchappenwelker toevalligheden de Ingenieurs ten allen tyde zeer veel moeite hebben veroorzaakt. De onaangrypelyke facendievol gens de verkeerde denkbeelden van fom- migen, de uitgeboogene gordynen for- mere izouden my desgelyks een ruim veld aanbieden voor myne gedachten. Dan dit alles fpaare ik veel liever tot eene betere gelegenheid. Ik

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 216