(XV)
ne vergadering was by één geroe
pen.
Van de antwoorden op de vra-
ge [welke zyn de bewoners van Zee
land geweest tot aan de vyftiende eeu-
wehoedanig waren hunne zeden en
Godsdienstplichtenen welken oor-
Jprong en voortgang hebben de fraai-
je letterenkunjlen en wetenfchap-
pen onder dezelven gehad P~\ opge
geven voor het jaar MDCCLXX,
oordeelde het Genootfchap het bes
te te zyn't gene tot een zinfpreuk
voerde: omne tulit punflumqui
mifcuit utile dulci. By de opening
van het verzegeld billet bleek, dat
de fchryver van deze verhandeling
was de Heer didericus van
cruisselbergen, Rector der
Latynfche fchole te Wisjingenaan
wien dan ook de prys der gouden
medaille is toegewezen.
Wyders oordeelde het Genoot
fchap dat van de verhandelingen,
ge-