ON,
%6o A. LI EFTINCK OVER enZ.
Dat myne voorgeftelde verfterkingeri
nochtans geen hersfen-fchimmen zyn,
zoude ik konnen bewyzen uit alle klei
ne forten en kafteelen, welker wallen en
grachten ten opzichte van haare inner-
lyke ruimten veel uitgeftrekter zyndan
die van myne zeshoekendoch ik achte
het onnoodig nu langer by dit ftuk ftil te
ft aan, en hoope genoeg gezegd te heb
ben ter beantwoordinge van ae zwarig
heden, die tegen myn ontwerp zouden
kunnen gemaakt worden.