ON, %6o A. LI EFTINCK OVER enZ. Dat myne voorgeftelde verfterkingeri nochtans geen hersfen-fchimmen zyn, zoude ik konnen bewyzen uit alle klei ne forten en kafteelen, welker wallen en grachten ten opzichte van haare inner- lyke ruimten veel uitgeftrekter zyndan die van myne zeshoekendoch ik achte het onnoodig nu langer by dit ftuk ftil te ft aan, en hoope genoeg gezegd te heb ben ter beantwoordinge van ae zwarig heden, die tegen myn ontwerp zouden kunnen gemaakt worden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 228