hetvrouwlyk lichaem, dat'er het bloed, volgens de Hydraulieke wettennaer toe moet vloeien meer dan naer eene andere plaets. Doch is 'er niets meer nodig Men ziet by dezen tyd de be- minnelyke Seks door eene huivering, pyn in de lenden, zagte koortze ont rust. De Levenskragt prikkelt de vaten van de baermoeder en ontfluit dezelve. Daar valt eene zekere kramp op deze deelendoor welke de ontlasting ge- fchiedt. Het overtollig bloed en de lig ging der lyfmoeder zyn de eenigfte oor- zaek der Honden niet. Die heilzame krampdoor de Levenskragt verwekt moet hier volflrekt bykomen. Aderla tingen alleen kunnen de kwalen der ver hopte ontlastingen der vrouwen niet genezen. Daar moet eene behoorlyke Levenskragt en prikkeling bykomen. Als het Leven kwyntontfluit men de lyfmoeder door prikkelende artzeny- en. Dikwerven belet de overtolligheid van het bloed, dat het Leven als over- Hroomd, overhelpt is, en niet kan wer ken. Als men dan de Naturedat is het Leven ontlast, vloeien de Honden, doch niet aanHonds, maer gemeenlyk op den gewonen tyd, wanneer het Le ven WERKENDE NATURE. 175

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 245