XVIII ne toe te brengen tot opheldering der voorgeftelde vragen, is vast- gefteld, dat het den Leden, des goedvindende, zal vryftaan, om, zonder naar den prys te dingen, over de opgegevene vragen te fchryven, en hunne antwoorden, op de bepaalde wyze, alleen met byvoeging van de woorden Lid van het Zeenvosch Genootfchap ach ter de zinfpreuk te laten toeko men, in welken geval het Genoot fchap daar van, 'tzy voor het ge heel of ten deele, een nuttig ge bruik zal trachten te maken. Tot dit befluit kreeg men aanleiding door de bedenkingen, welke de Heer 's gravezande had mede gedeeld en die van dezen inhoud waren BEDENKINGEN over de wyze om meer voordeel te trek ken dan tot nu toeten nut te van het gemeene belang der Kon-»

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 24