C XX Wanthet is natuurlyk te denken, dat wan neer 'er eenige V^raag wordt bekend gemaakt, elk, die eenige ervarenheid bezit in de weten- fchap, waar uit dezelve is ontleend, ongevoe- lig by zich zeiven overweegt, en nadenkt, of hy in Haat zyn zoude, daar op eenig ant woord toe te Hellen mogelyk zullen verfchei- den aangeprikkeld wordenom op dat onder werp met bepalinge te denkenof ook wel om hunnen ouden voorraadwel eer reeds opzettelyk bewerkt, of enkel uit toevallige opmerkinge en ondervindinge aangeteekend van nieuws te overzienin orde te brengen en te voltoojenMaai' is imand een lid van dit Genootfchap, 't welk de vraag opgaf, hy zal zynen arbeid laaten leggenom dat het hem met vry Jlaat naa den prys te dingen en hy' verlangt alleen met eene dubbele nieuwsgie righeid te zien wat 'er ter beantwoording zal voorkomen. Doch is hy noch geen lidhy beproeft zyne krachten, ontwerpt eene ver handeling, en zendt dezelve aan het Ge nootfchap 't getal der zulkendie hunne ont werpen afzenden kan vry aanmerkelyk zyn immers zo men eenig gevolg tot foortgelyke gevallen mag trekken, uit de lysten, welke de Beftuurders van 't stolpiaansche le gaat, gewoon zyn, wegens de ingekoorme verhandelingen in elk ltuk te geeven; waar door zy aan een igelyk zekerheid bezorgen om te konnen weetendat zyn werk ook onder 'c oog der Bejluurderen is geweesten waar door zy aan 't gemeen doen zienhoe de lustom nuttig te zynin veelen wordt opgewektals me-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 26