WERKENDE NATURE- 2öp waren van oordeeldat 'er een flymig öf hard gezwel van een' fchirreuzen aerd in de maeg hing. De Cicuta fcheen hier niet ondienftig te zullen wezen, en het eenigfte middel om den lyder eenige ver- ligting aen te brengen. Men gaf hem het ExtraClum Cicutae in het volgende mixtuur Aq. Menth. - - Unc. Xij. Extr. Cicut. - - Dragm. iij. Spir. Menth. - - Unc. ij. Syr. Rad.quinq. aper. Unc. j. Dit gebruikte hy in zes dagenzoo dat hy alle dag een halve dragma van het Extract nam, met dien gelukkigen uit- flag, dat hy het eeten begon te verdra gen zelfs harde fpyzen. Zich verbeel dende genoegzaem herfteld te wezen, at hy hartig mosfels. Deze bekwamen hem zeer kwalyk. Den volgenden dag braek- te hy weder alles uiten keerde weder tot de Cicuta met dezelfde gelukkige uit werking. Nu kon hy fpek, gezouten vleesch en ham zonder hinder eeten. Niet meer gedachtig aen zyne kwael, at hy alikruiken. Hier op kwam zyne oude braking weder, en nog heviger dan te II. Deel. O vo-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 279