mede op welken tak van kundigheedende meesten zich zoeken te bevlytigen. 'tls niet te denken, dat alkdie de hand aan 't werk flaanen hunnen arbeid overzon den eeven gelukkig zouden geflaagd hebben. Echter brengt de aart der zake mede, dat fchoon niet alle de toegezondene verhandelin gen even wigtig mogcen zynja zelvs alle te famen(dat wel eens gebeurd is) niet toereiken de, om de voorgeftelde vraag volleedig op, te losfen, 'er nochtans vermoedelyk geen eene ver handeling wordt afgevaardigd, waar van niet de opfteller zich verbeelddedat hy iets aan- bragte, 'tgeen de aandacht van 't Genootfchap verdienen konde, of zelfs datzyn jluk van dien aart ware over 'tgeheel, dat hy zich vleijen kondemet eene ftille hoope op den prys. En waarlyk'er is waarfchynelykheiddat in elke verhandeling, (indien de opftellers, door ongereegelde zelvsliefde niet te zeer zyn verbysterd) noch al iets zyn konde, dat niet geheel verwerpelyk ware; ja dat fommiget (welker opiïelten aanzien van den geheelen inhoud en bewerking van geen groot belang konde gekeurd worden, altans niet, om naa den prys te dingen), nochtans een of andere nuttige waarneemingondervinding, ontdekking, of welgegronde beoordeeling van zaken, oorzaken of gewrochtenals mede eenige beproefde hulp middelen bevattedendie voor de beöefFenaars der wetenfchappen zonderling aangenaamen tot verdere aanleiding dienstbaar zyn konden. Ook kon 'tgebeuren, wanneer de vraagftuk- ïien méér dan één lid behelzendat door **3 imand XXI

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 27