XXII imand, op êên lid voldoende wierde geant woord, doch voor het overige niet genoeg ter zake. Vervolgens is't mogelyk, dat verfcheide zeer goede verhandelingen te gelyk konden inkoo- menyvan welke'er maar eene de beste kan gekeurd wordenen eenige weinigeals 't naaste komende aan de besteook ten gebruike worden afgezonderdterwyl alle de overigen ter zyde moeten worden gelegd. By welke geleegenheid, wel eens de weegfchaal van 't oordeelder geenen, die de keus bepalen moe ten, zeer kan worden gejlingerd, wanneer zy met eenige fmerte zich genoodzaakt zien, te moeten voorbygaan fommige verhandelingen, die wel over tgeheel den prys niet konden be haalen, maar nochtans eenige byzonderheeden van wezendlyk belang bevatteden. Byzon derheeden die in haar foortvoortreflyk kon- nen zyndie niet verdienden aan de vergee- telheid te worden overgegeeven, maar in te gendeel dat derzelver mededeelers veel eer wierden aangemoedigdByzonderheeden zelfs, die in de verhandelingenwelke den prys be haalden niet voorkwamenen tot meerder volmaking derzelver zouden hebben 'konnen ftrekken. 't Spreekt dan van zelvedewyl alles wat op eenige wyze den prys niet ontfangtin 't duistere blyft, derhalven het minfle gedeelte van den arbeid, dien veelen aanwenddentot nut van 't gemeen, kan worden gebruikt, en voor de opjlcllers alleen overlaat de bewust- beid, dat zy gepoogd hadden nuttig te zyn, ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 28