234 B' TIEBOEL OVER DE Ik heb alleen gefproken van een geest- ryk en waterig fcheivochtmen vindt echter fommige Tincturenwaar by ee nig zuur of loogzout gevoegd wordt, 't zyom op zich zelf den dienst van een fcheiftof waar te nemenof om de lichaamen meer gefchikt te makenvan haare deeltjes aan de fcheivochten te kon- nen mededeelen. Doch daar deze byvoegzelen wel in het algemeen by de befchouwing der Tincturen te pasfe komen, konnen zy echter tot deze nieuwe wyze niet gebruikt worden; ook zyn ze daar niet van die noodzakelykheid. De redenen hier van zullen van zelve blyken. Onder de famengeftelde Tincturen be- grype ik ook die uittrekzelswelke men gewoonlyk elixers {Elixiria), es- se ntien {Esfentia) noemt; fchoon'er ook noch wel eenig onderfcheid tusfchen ïsals beftaande de laatfte uit de krach- tigfte artzenyen, of werkzaamfte deelen van eenig lichaamin een mindere hoe veelheid van fcheivocht ontbonden. De verdere betrachting hier van zal ik kort heidshalve overflaan, als ook zoo zeer tot myn oogmerk niet dienende. Dit vooraf, kortelykaangemerkt he& ben-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 304