BEREIDING DER TINCTUREN. 245 richt zyn,wantby aldiende vlam aan de kanten eenigzins hoog brandde, zoude het dekzel te ras warm worden en dus konde men door een druppel waterof door den vinger, niet zoo naauw- keurig den.trap van warmte na gaan. 11Eindelyk moet men vooral zorge dragen het dekzel niet door het inbrengen van eenig yzer werk tuig te willen los wrikken 'er konden dus gemakkelyk groefjes ontftaan op den rand des pots of tegen het dekzel, welke nader hand de naauwkeurige fluiting hinderlyk zouden konnen zyn. Men heeft maar het uitfteken- de papier nat te makendus zal het water, door het papier trek kende, het dekzel opligten. Betreffende de werkingenwelke door de koking in den pot gefchieden, daar omtrent merkt de fchryver aan Ten eerjlen fchoon het kokend wa ter nimmer een grooteren trap van warm te aanneemtalhoewel men het vuur fterker maakt, is nochtans de warmte Q. 3 van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 315