in kleine flukjes gefnedenmet 5 oncen
voorloop van brandewyn, in den Papi-
niaanfchen pot, en floot het dekzelwel
toe met de vereischte voorzorgenplaat-
fte vervolgens den pot op het vuur, 't welk
ik allengs fterker maakte, tot dat de pot
zoo heet werdtdat ik de hitte van het
dekzel naauwlyks 2 feconden aan de
vingeren verdragen konde. Daarna
van het vuur genomen en koud gewor
den zyndeopende ik denzelven met
de vereischte voorzichtigheid.
De afgetrokkene en doorgelekte Tinc
tuur hadde volmaakt den reuk en fmaak
van de Cafloreum. De fmaak was veel
doordringender dan by de op de gewoone
wyze bereide Tinctuur: zoo dat ik, ee-
nige druppelen op de tong gebracht heb
bende den indruk van den fmaak noch
wel 2 uuren daarna gevoelde. De kleur
was rooder, en meer gefatureerddan
gewoonlyk. De met de vingeren in een
zuiver linnen doekje uitgeperste fceces
hadden alleen een viezen bitterachtigen
fmaak.
Een drachma van deze Tinctuur gedaan
by 8 oncen zuiver waterdeelde daar
aan een zeer merkbaare melkkleur me
de; terwyl èèn drachma der gewoone
Tin;
248 B. TIEBOEL OVER DE