252 B. TIEBOEL OVER DE
kleur aannamterwyl dezelfde hoeveel
heid van onze gewoone Tinctuur maar
weinig verandering aan zoo veel water
mededeelde.
Twee drachma van deze Tinctuur ge
daan by even zoo veel water, gaf een
uit den wittenzeer licht geelachtig, vol
komen ondoorfchynend melkachtig
vocht. Deze proef met de gewoone
Tinctuur genomen, leverde een veel
dunner vocht uiten minder met Succi
num bezwangerd.
Wyl nu beide vochten ondoorfchy
nend e waren wilde ik ze verder on
derzoeken. Ik mengde derhal ven, by
gedeelten telkenszoo veel water on
der de Papiniaanfche Tinctuurtot ze
doorfchynende werdten hier toe wer
den 12 oneen vereischt. Terwyl de ge
woone Tinctuurdoor vier oneen water,
met een uit den blaauwenaauwlyks
merkbare melkkleur even doorfchynen
de was.
Om te onderzoeken hoe veel Succinum,
na de uitdamping van den Spiritus
van deze beide Tincturen ware overge
bleven, nam ik
i). Een ome van de Papiniaanfche
Tinctuur
2).