BEREIDING DER TINCTUREN. 269 als 't ware, naar het roode hellendemin der bitterachtigminder met flipjes voorzien. Het was my niet mooglyk deze taaye korst af te fchrapendus ik het verfchil der zwaarte niet onderzoeken konde: ik zag echter wel dat 'er van A meerder was overgebleven. ZESDE PROEVE. TINCTÜRA RHABARBAR1. Ik fneed een halve once beste Rhabar* ber in zeer dunne fchyfjesdeedze met 5 oneen goeden brandewyn in de Papini- aanfche Machine. Den pot zoo heet ge maakt hebbende dat ik de vingeren naauwlyks 2 feconden op het dekzel konde houden liet ik denzelven op het vuur koud worden. Daarna perlle ik alle Tinctuur door een met brandewyn nat gemaakten lin nen doek. De Tinctuur was dikker dan gewoon- iyk;

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 339