XXVII
Jn de Vergadering van het Zeeuwsch Ge-
ncotfchap der Wetenfchappen te vlissin-
gen, gehouden den 25 September 1770, is
geoordeelddat de vraagWelke zyn de be-
wooners van Zeeland geweest tot aan de vyf-
tiende eeuwe hoedanig waren hunne zeden en
Godsdienstplichten en welken oorfprong en
voortgang hebben de fraaye letterenkunjlen en
wetenfchappen onder dezelven gehad? door het
zelve in het jaar 1769 opgegeven om voor
den eerften Mey 1770 te beantwoorden best
beantwoord is door den Schryverdie tot
Zinfpreuk heeft gebruiktomne tulit punftum
qui miscuit utile dulcien die by het openen
van zyn billet gebleken is te zyn didericus
van cruisselbergen, Reftor der Latyn-
fche School te Zlis fingen; waarom denzelven
de prys van de gouden medaille is toegewe
zen.
Ook heeft het Genootfchap geoordeeld,
dat de twee zilveren medaillesby het Pro
gramma in den voorleden jaare beloofd aan
de genen die de beste memorie of waarneming
aan het zelve zouden doen toekomen, daar
door gemeriteerd zyn by de Heeren janmac-
quet, Med. Doft. en Schepen te Zierikzee
en albertus lieftinck, Ingenieur te-
Groningen de eerfte wegens deszelfs Ver
handeling, waar by hy onderzoekt wat het
isdat men in de Geneeskunde de werkende Na
ture noemt; de andere wegens zyne Verhan
delingen over de verflerking van een regulieren
zeshoek j en de gordynsn der vestingenwaarom