27§ L. BOMME OVER DE
In het wyd uitgeftrekte ryk van ge
korven dieren leveren de wateren een
onnoemelyk aantal op, en vooral de
zeewelke ten rechte door den koning-
lyken dichter david gezegd wordt
daar van te wriemelen zonder getal.
Evenwel zyn dezelve het minst onder
alle de fchepfelen nagefpoord en in een
behoorlyk daglicht gefteld,Gelyk
alle Infetten verwonderenswaardig zyn,
zoo is het gedacht der polypen, fe-
dert weinige jaaren eerst naauwkeurig
ontdekt en befchreven, by uitftek aan-
merkelyk en een zorgvuldig onder
zoek dubbel waardig.
De Natuurkenners, welken de gefcha-
pene wezens op dezen aardbol in ry-
kenfoorten en gedachten verdeeld heb
ben, bemerkten reeds voorlang eene
naauwe aaneenfchakeling tusfchen de
onderfcheidene rangen, envoorfpelden,
op grond van hunne waarnemingen, dat
men met den tyd noch meer ongevoe
lige .opklimmingen en vereeniging in de
fchepfelen zou ontdekken.De uit
komst en ondervinding hebben aan die
verwachting beantwoord, en hun gevoe
len ailerduidelykst bewaarheid in het