ZEE* POLYPE N; 283
Het toppunt van het merg eindigt
gelyk gezegd isin een bloem-gelykend
lichaam, dat de gedaante heeft van een
peer, ronden bol, of ook wel van een
fcepteromringd met armen van acht
tot twee en twintig flukszeer beweeg
baar de kleur daar van is witbleek
rood en ook Inkarnaatde armen zyn
allen wit: en dit wordt eigenlyk de Polyp
genaamdwelke in de cel- en blaas-Po-
lypen een kelk of celletje heeft, zynde
eene verlenging van den hoornachtigen
koker.
De beweging dezer fchepfelen is ver-
fcheiden in de verfchillende foorten. In
den Inkarnaat-Polyp beweegt zich fom-
tyds een groot deel van den koker, al
thans de laaste en noch verfche fcheut
die wel de hals of flaart van den Polyp
hiet, de lengte van een duim of meer
der hebbende, buigt en draait zich in
alle richtingen.In andere Polypen is
dezelve onbeweegbaar, fchoon zy het
vermogen hebben om zich uit te flrek-
ken, en weder in hunne kelken of cellen
in te trekkenmet mindere of meerdere
fchielykheid. In allen bewegen zich de
armen en het peerachtig geftelzelfs ge-
fchiedt