292 L. BO MME OVER DE
plant dood was en had uitgediend.
Echter liet ik die in een glas met zee
water den geheelen winter daan, zon
der verder daar op veel acht te nemen.
In fprokkelmaand des jaars 1769 be
merkende dat vele andere zee-wieren
die by" my overwinterd hadden en dood
geleken, nieuwe Polypen van verfchei-
dene foorten voortbrachten, gedachte
ik ook aan de takjes Coralina Tubular ia,
en voorzag die van versch zee-water.
Ik ontdekte daar op den twintigften van
lentemaand drie Inkarnaat-Polypenter-
wyl de verdere takjes met rood vocht
aan de toppen bezet my deden befluiten
dat de uitkoming der overigen mede niet
ver af was. Het bleek al haast, dat my-
ne gisfing gegrond waswant het getal
Was den dertigften derzelve maand reeds
tot twaalf Polypen aangegroeiddie ver
volgens noch vermeerderden.
Ik heb de trapswyze vorderingen hier
op waargenomenen bevondendat de
voortzetting gefchiede door uitbotting en
voortfehietingfomtyds op den top of
opening van de oude pypdoch wel het
meest op de zyde van dezelvedat al
toos