296 L. BOMME OVER DE
lypen door afvallen hadden verloren,
bewaarde ik, en zag, op den eerflen
van bloeymaand daar aan volgende,
wederom nieuwe Poiypen te voorlchyn
komendoch kleiner dan in den vori-
gen bloey niet zoo hoog-rood van
kleur, en hebbende geen bes-gelyke
lichaamen rondom het peerachtig ge-
ftel; alleen vertoonden zich eenige flip
jes als beginfels daar van op die plaats,
waar men ze by de vorigen had gevon
den. Dezen zyn afgebeeld in hunne
natuurlyke grootte aan den bos Fig. 1
en een weinig vergroot Fig. 7. met het
uoch -aanhangend gefcheurd vlieswaar
in de Polyp voor zyne geboorte gefloten
was. Deze bloey duurde tot den
twee en twintigflen van die maand, wan
neer zy begonden af te vallen, gelyk zy
allen den vyfentwintigflen verdwenen
waren, hoewel velen niet afvielen, maar
als in zich zei ven verteerden en te niet
wierden. Den negen en twintigflen
van bloeymaand deszelfden jaars ont
dekte ik wederom beginfelen van nieuw
uitkomende Poiypendie allen op den
derden van zomermaand in vollen bloey
ftonden, doch noch kleiner waren dan
de vorigen, Dezen duurden tot ver
in