298 L. BO MME OVER DE Hier uit heb ik moeten befluitendat de voorfchrevene Coralina Tubularia, met Inkarnaat-]?'olypen bezetna ee- nigen tyd te hebben gebloeid haar bloemgelykend deel of Polyp affchie- te en laate verdwynendan negen of tien dagen ruste vervolgens nieuwe Polypen voortbrenge welke drie of vier dagen tot hunnen vollen bloey noo- dïg hebbenen in dien ftaat van bloeijen omtrent eenentwintig dagen ft and hou den dan weder afvallen met gely- ke ruste en hervatting van nieuwen bloey, ten minften driemaalen in één zomer-faizoen. In den winter bevindt zich de plant zonder Polypenwelke vroeg in 't voorjaar zich op nieuw daar aan openbaren. Dit alles heb ik duidelyk in myne glazenmet versch zee-water gevuld ondervondenwaar uit ik met recht zal mogen befluitendat zulks ook in de zee gefchiedemet deze verandering, dat, daar de Polypen in de glazen eiken bloey allengs kleiner worden en na drie of vier reizen gebloeid te hebben geheel verftervende kracht van den Polyp in zee waarfchynlyk dezelfde blyve of

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 368