VERWYDEND KAARSJE. 309
welke men deze (trookjes geven kanis
éénen de meeste iets meer dan twee ly-
nen. De eerjle is gefchikt voor de dun
de, de tweede voor de dikfte dezer
werktuigen: en wat de overige betreft,
tot deze kan men de één of andere der
midden-maten uitkiezen.
Men begint met het omwinden des
Cylinders onverfchiliig aan welk uit-ein-
de. Dochgelyk het dikmalen gebeurt,
dat deze by hunne famenftelling eeni-
germate eene kegels-wyze gedaante
krygen, is het goed, als in dit geval
aan derzelver dunde gedeelte begonnen
wordt. In den eerden opflag legt men
drie kringswyze omgangen, welke el
kander naauwkeuriglyk bedekken: men
gaat vervolgens met fchuinfche (lagen
voort naar het tegengedelde eindeen
tot hier toe gekomen zynde eindigt men
met even zoo veele krings-wyze omwin
dingen, als waar mede men begonnen
had. Alle deze omwindingen moeten
tamelyk devig worden aangedoten. Zy
fcèhooren 200 gelyk en effen, als maar
eenigermate mogelyk iste worden aan
gelegd en men moet wel zorg dragen,
dat 'er geene derzelver meer, dan an
deren, over elkander leggen. Men be-
V 3 (luit