verwydënd kaarsje. 323 binnen te houden, als hem immer mo- gelyk was. 's Avonds met den Heer lake man by hem gekomen zyndewerdt ons be richt dat hy het voorgemelde Kaarsje tot 's namiddags ten vier uure, dat is vyf uuren na deszelfs aanwending, had ingehouden. Het gelukte my toen een ander, dat een weinig dikker was, iets verder in te brengenen liet dit bin nen blyven van zeven tot elf uuren. Den volgenden morgen bezig zynde met het inbrengen van een Kaarsje van dezelfde dikte, als het vorigeverbeeld de ik my aan de beneden zyde van den pis-weg ter plaatfe van den bulbus urethra eene beenachtige bekorfting gewaar te worden eene byzonderheid welke ik in foortgelyke gevallen noch nimmer befpeurd hadde. Na verloop van vier uuren werdt het werk-tuigdat niet ver der dan het vorige was ingegaanuitge nomen, en toen bleek duidelyk, dat ik in myne gisfing niet bedrogen was. Dat gedeelte van het zelve, welk binnen de bevatting van den fponsbol des pis-wegs gezeten had, niet bevochtigd Zynde met eenigerhande vloei-ltofwas geheel niet uitgezet, en droeg zeer duidelyke ken- X 2 mer-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 395