plaatst men Gerstna dat de Breuk is in gebracht, de pop op den Navel: men vöert de zydelyke deelen van den Gordel langs de ruimtedie 'er is tusfchen de onwaare ribbenen den kam der heup beenderen naar achteren, alwaar dezel ve, zoo vast immer mooglyk is, wor den toegeregen: vervolgens wordt de riem aan weêrzyde geleid door de fchuifies van dezen Gordelwelke deszelfs ver- plaatfing verhinderenendoor dezelve eindelyk op de lenden toe te gespen, be paalt men de kracht van drukking juist in die lyn, welke van achteren naar vo ren door het midden-punt van het veer krachtig werktuig heen loopt. Men ziet ligtelyk, dat in dusdanig verband famenlopen alle vereischten van gemak en zekerheidwelke men immer begeren kan. De Jpelende veer immers vap het koperen werktuig volgt naauw- keurig de beurtelingfche bewegingen van den onderbuik opzichtelyk tot de adem haling, en doet de pop in alle deze ver anderingen eene behendige drukking ma ken. De Gordel {leunt niet alleen op ééne eenparige en gemakkelyke wyze op de gantfche uitgeflrektheid des bulks en der lendenwelke zy omvatmaar, door dien 334 V. GESSCHER'OVER DÉ

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 406