336 d. v. gesscher over DE
De Band van le clerc (d) is een
voudig en zoude om die reden in der
daad verkieslyk zyn voor alle andere
indienze teffens gemaklyk en zeker ge
noeg was om deszelfs gebruik te konnen
aanraden. Maar, gelykdat gedeelte van
dien band, welk van het fchaambeen naar
den Navel opklimmende de Breuk moet
inhouden, byalleverfchillende bewegin
gen van het lichaam het zelfde blyft
en zich niet niet kan fchikken naar de
vermeerdering of vermindering van af-
ftand tusfchen den Navel en het fchaam
been by de uitftrekking en buiging van
den rompeven zoo min als de verfchei-
dene ftanden van den Navel ten opzich
te der horizontale lynwelke men zich ver
beelden kandat door het midden-punt
van dit deel heen loopt by de veelvul
dige zydelyke draayingen van het li
chaam is het eene onbetwistelyke waar
heid, dat dezelve in alle deze omffcandig-
heden wryvingen moet veroorzaken,
welke van nadeelige toevallen konnen
gevolgd wordenen daarenboven gedu
rig gelegenheid ter uitwyking van het
ge-
(d) le clerc Appar. covntiod. pag. 20T. PI.
36. fig. 4. heister Heelk. Onderw. 2. deel PI. 18.
fig. 11.