gebrek van het dyebeen. 357
lendie klaar genoeg zynom het ge
bruik van den mercurius veilig toe te la
ten. Dan hier over late ik my niet ver
der uit, als niet alleen behoorende tot
myn onderwerp, waarom ik dan ook
over de geringe kracht van het ammoni-
ac-zout in het wegnemen van de verhar
ding in de tunica cellulofa niets aanmer-
ke, noch over het extr. cicutadat,
fchoon boven verdienften geroemd,
evenwel met alle recht den naam van
een fterk refolveerend middel verdient;
alleen gelieve de Lezer in het voorby-
gaan op te merken, hoe zeer de uit
werking van. dit laastgenoemde middel
verfchilledaar het zelve in onze lyde-
resfe eerst duizelingen verwekt heeftby
het gebruik van een half once daags,
fchoon haar zenuwgeftelwaar op deze
plant mede fchynt te werken, vry ligt
geraakt was; terwyl whytt van zich
getuigtna het gebruik van vyftien of
twintig greinen veel geleden te hebben.
Zie zyne verhand, over de Zenuwziek
ten i hoof dpL bl. id. der Rotterd. uit
gave.
Z 3 La-
De Heer Comelis van der WinkelHeelmeester
te Delftj heeft my verhaalt, dat zeker perfoon al
daar