PROPHETISCHE HISTORIE. 371
zeggen, veronderftelt immers eene on
eindige naawkeurige kennisfe van den
langen ketting, en alle de wonderfcha-
kelen der voorgaande en gelyktydige
Natuurlyke en menfchelyke gebeurte-
nisfen, welke alle, zoo 'er geen niew
wonderwerk tusfchen in fchieteindelyk
ontwyffelbaar zullen famenloopen, om
zoodanige gefchiedenisfen te veroorza
ken. Onbegrensde wetenfchap God-
delyke fchranderheid kan alleen die be-
raminge maken. En nogmaals groeit
die oneindige wetenfchap in haar voor
komen en ter harer verheerlykinge en
roem, wanneer dusdanige gebeurtenis-
fe op niew als eene fchildery word op
gegeven van niewe gevallendie in ee-
nen verderen afftand van tyd, ja fom-
wylen eewen, meenige eewen daar na,
hun vol beflag eerst ftaan te krygen. 't
Blykt dan, ten allerklaarften, door de
Prophetifche Historie, dat 'er zulke ee
ne dubbele voorwetenfchap van gebeur-
lykheden ftand grypt, waar door het
oneindige en onbegrypelyke der God-
delyke Wysheid ten allerfterkften geo
penbaard word, zoo dat wy, daar op
lettende, opgetogen en verrukt, weg-
fmelten in verwonderinge en verzinken
A a 2 in