372 J. VAN IPEREN OVER DE in diepen ootmoed en toejuichende hoogagtinge. Die zulke eene voorwe- tenfchap bezit, moet de teugels der Voorzienigheid alleen in handen heb ben, alleen alles beheeren en van niets of niemand kunnen belemmerd worden £j. VIII. Eveneens ontdekt zig de God- delyke Waarheid allerlevendigst in de Prophetifche Historie. Geene eedengee- ne facramenten kunnen kragtiger zyn dan de werkelykevervullinge van het geen reeds, als een onderpand van verdere beloften of bedreigingen, lange te vo ren, voorfpeld was. Maar blykt het nogtans daar uit wel, dat God even waaragtig en getrouw is, betrekkelyk tot het geen 'er nog als eene beantwoor- ainge aan de Prophetifche Historie te wagten ftaat? O ja! de Prophetifche Historiën zelve zyn waarborgen voor het laatfte en bewyzen van het eerde. Want, om dat zy met dat byzonder doelwit voorfpeld zynop dat zy tot duidelyke vertooningen van toekomen de dingen verflrekken mogtenzoo moeten ook die Tegenbeeldige Vervul lingen ruim zoo zeker uitkomen, als de Voorbeeldige, of, gelykwy die noe men

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 448