<5. X. Laten wy nog hooger opklim
men. Niemand zal, denke iktwyffelen
of de Erfelykebezittinge van Canaanaan
Abraham Ifaak en Jacobherhaalde
reizentoegezegd, had tot haar doelwit,
een hemelfch en beter Vaderland af te
fchilderenenis ditzoodan zal ook
de bezitneminge van dat fchoon land,
aan Israël onder het beleid van Jo-
fua vergund, zoo veel te meer eene
Prophetifche Historie geworden zyn
door welke de geloovige wierden opge
leid, om dit Hemelsch Vaderland, aan
hun verfproken door. geloof en hope
op te zoekenonder het geleide van
dien Jofua of Jezusdie het volk Gods
in de ruste zou inleiden. 't Bleef hier
by geene bloote befpiegelinge. Ver-
ftandige en heilzoekende Israëliten geno
ten en fmaakten die weldaden en uit
wendige zegeningenwelke aan de voor
vaderen, gedurende hunne vreemdeling-
fchap beloofd waren. Die tegenwoor
dige genietinge was een onderpand van
hun eewig deelgenootfchap aan de heug-
chelyke tegenbeelden dier Prophetifche
A a 4 His-
PROPHETISCHE HISTORIE. 375
en onwederfprekelyke onfeilbaarheid.
Hebr. IV -8.