PROPHETISCHE HISTORIE. 387 zoo fpreke) vind men het zelfde gebrek, hoewel zoo groot nietdat men in de Kaarten der beroemde Heeren reland en bachiene aantreft; te weten, dat 'er alle de plaatzen, van welke de Pro pheet gewaagtgeenzints op gevonden worden. Ik weet de redenen van die uitlatinge zeer wel. Maar laten wy evenwel eens zien, of onze Prophetifche Historie mogelyk niet iet tot waarfchy- nelyke verbeteringe der Bybelfche Land kaarten zou kunnen aan de hand doen. Niemand kan het ons kwalyk nemen dat wy, al tastende en zoekende, de ware ligginge der oude Moabitifche land- fcreken en lieden uitvorfchen en, of met eenige zekerheidof by waarfchynely- ke gisfmgen aan dezelve eene plaats vergunnen; maar ook niet langer, dan tot dat iemand 'er iets beters en bellis- fenders op zal hebben uitgedagt. Want zulk een befluit, voorzigtiglyk genomen en fchoorvoetende uitgevoerdzal ein- delyk een aasje zwaarder moeten we gen, dan eene loutere gisfinge, welke de Heer vitringa erkent, dat zyne Kaart van Moabis. (w) En wie is 'er, B b 2 die (w) Na dat dc beroemde en oordeelkundige Man

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 463