3go j. van iperen over de
van de Prophetifche Historie blyken,
dat de Moabiten insgelyks in het eedge-
fpan geftaan hebben met Samaria en
Êgypten: eene byzonderheiddaar mo-
gelyk nog niemand om gedagt heeft,
en die egter tot aanvullinge der gewyde
Historie en tot merkelyke ophelderinge
van de Godfprake, welke wy onder
handen hebben, verftrekken kan.
XX. Om kort te zynzoo moet
de zaak zig hebben toegedragen, vol
gens jesaïas: (bb) Moab vlugtte naar
Baïth, Dibon en Bamoth om te wee-
nen (cc) liggende dus die fteden Zuid-
waards en die vlugt wierd van eenigen
doorgezet tot Zoar toe(dd) welke ftad
onbetwistbaar aan de Zuidelyke gren
delen of grenzen van Moab geplaatst
moet wordengelyk elk weet. Zoo was
ook verder Oostelyk henen de vlugt
naar den opgang van Luhith en den weg
naar Horonaïm. (ee) Die vlugt en dat
misbaar wierd veroorzaakt, door den
beklagelyken toeftand, in welken de
fteden Ar en Kir, by den eerften inval
der
(bb) Jefaj. XV.
(dd) t 5
(ec)t 5.
(CC) f 2.