liaangelyk de twee Rabba'sdie ge- iyktydig tefFens en gelyknamig waren, of gelyknamige op verfchillende tyden gelyk ik gisfe, dat men Beth Jefimoth verdubbelen moet. Edog myn oogmerk is voor als nog nietdat ik my op de ze byzonderheden zou uitlaten. XXIII. De Asfyriers moeten ten Noorden en vervolgens ook ten Westen met hunne legers in 't Moabitisch Ryk zyn doorgedrongen, omdat zy het land van Israël en dus ook de Provinciën van Ruben en Gad in hadden. Tot heden toe hebben de Aardryksbefchryvers de fteden en landen van Ruben en dus ook de Vlakke Velden van Moab doen ftoo- ten ten Zuiden tegen de beek Arnon misleid waarfchynelyk door eene ver keerde opvattinge der landpale van Ru ben gelyk die by josua bepaald word: (uu) De landpale der Kinderen Rubens was de Jordaan en (derzelver) landpale. }T)!D; waar door men dan den uitloop der riviere in de Doode Zee verftaan zal hebben. Maar de Zuider- landpale was het einde der Zoutzee te gen PROPHETISCHE HISTORIE. 395 (uu) josua XIII: 23.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 471