398 j. van iperen over de
fchavinge hooggelyk van nooden heb
ben. Laten wy 'er hier een haaltje van
opgeven en het geen wy tot hier toe uit
jesaïas hebben bygebragt, aanvullen
met gelykfoortige bedreigingen, welke
wy, by de andere Prophetentegen
Moab aantreffen.
£j. XXV. Vooreerst leeren wyuit je-
remia, dat Moab, nog oit tevoren,
nog ook nu onlangs door de Asfyriers
volkomen is overmeesterd en in gevan-
kenisfe weggevoerd geworden(b) maar
dat eerst by de vervullinge dezer ver-
fchrikkelyke Godfprake alle de heden
ingenomen, het Dal van Moabby uit
heit zoo genaamd en het Effen Veld
dat hier en daar langs de beken lag, ver
dorven en verwoest zou worden(c) en
dat als dan eene wegvoeringe plaats zou
hebben, gelyk aan die van Israël, (d)
En hier op omtrend zal de Prophetifche
Historie uitloopen. De vyanden hier
bedoelddeden hunnen eerhen inval ten
Noordoosten op Nebo en Kiriathaim
langs den Arnon, (e) terwyl ondertus-
fchen
(b) Terem. XLVIII: ir.
(c )t 8,
t 8, 9-
t 12, 13.
t I.