PROPHETïSCflE HISTORIE. 401 ten gemeld worden. Derhalven de E- gyptenaars of Chaldeen bezetteden voor af de vlakke Velden van Moab, en dat welals overwinnaars en bemagtigers van het aloud Israëlitisch grondgebied: eer zy van alle kanten het Gebergte in trokken. Holon en Jafa wierden, als liggende in de laagte, fpoediger ingeno men maar de overige lieden waren op bergen gebouwd en dus moeylyker te beftormen. Deze opvattinge hale ik uit de zonderlinge verwisfelinge van het Hebreewsch voorzetfel 7?dat by het Vlakke Veldby Holon en Jafa ftaat, vervolgens in by by MephaathDibon NeboBeth Diblathaim veranderd, (p) XXVI. Soortgelyke byzonderhe- den, welke onze Prophetifche Historie, in groote menigte, opleveren zal, hoe meer dezelve naawkeuriglyk behandeld en oordeelkundig verbeterd word zul len ons ook fpoedig te regt helpen in het volkomen beilisfen, of de God- II. Deel. C c fpraak (p) f 2i24. 't Is te verwonderen dat de Uit leggers op diergelykc zeldfaamheden niet naawkeu- riger letten, 'tls immers niet denkelyk, dat zy ydel en te vergeefsch zullen zyn?

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 477