fpraak, welke men op dien voet ver klaart, verder uitzjgt hebbe dan of de Prophetifche Historie voor de eenig- lyk bedoelde vervullinge zy aan te zien welk laatfte de Heeren vitringa en venema, in het verklaren der aange voerde bedreigingen tegen Moab, de yoorkeure gegeven hebben, gansch an dets, als de beroemde coccEjusenan dere geoordeeld hadden. Waarlyk, zal de Ietterlykc Vervullinge, of, gelyk wy die noemen, de Prophetifche Historie ee,ne fchildery zyn van verdere gebeur- tenisfendan moeten ook alle de by- zonderheden van den optogt der vyan- den tegen de fteden en gewesten van Mo ab de aanleg hunner krygsbedryven de gefteltenisfe der landftreken langs w:elke de aanval gefchiedde, de fterkte der toegangen in het gebergte, ja zelf de Geographifehe ligginge der fteden en waterpoelenby de beftempelinge van het tegenbeeld in aanmerkinge komen, om dat de Propheten. zoo naawkeurig zyn. in het bepalen van alle deze dingen. Inderdaad het behoort tot de ondubbeW zinnigheid eener ware Godfpraakdat 'er het algemeene en onbepaaldezoo veel mogelyk, uitblyve, en. dat 'er de om- 402 J. VAN I PEREN OVER DE

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 478