anders genoemd de Kinderen van 't Oos ten, dat is te zeggen de nakomelingen van Abraham door Ketura, (r) die het thans woest Arabien toen bewoonden, 11a dat Jerufalem door de Chaldeen was ingenomen en verdelgd, voor de uitvoer ders der Goddelyke wrake gegroetna dat de weggevoerde Ammoniten en Mu- abiten door Nebucadnezar in hun Va derland waren herfleld. Ik heb in my- ne Kaart hier agter aan gevoegd, een niew Bethjefimoth ten Oosten van Mo- ab geplaatst, (s) en vervolgens verder op Baal Meonom dat de Oosterlingen uit Woest Arabien, die op Ammon, Moaben Edom te gelyk aanvielen allerwaarfchynelykst dus hunne krygs- verrigtingen moeten hebben voortgezet al zoo die fleden van Moab eerst gefield wordenvoor dat de onderbrenginge der Ammoniten word aangekondigd. Evenwel die veronderftellinge wil ik gaar ne 404 J. VAN IPEREN OVER DE (r) Gen. XXV: 6. XXIX: 1. Cs) Volgens Numeri XXXIII: 48, 49. moet het oud Bethjefimoth aan den Jordaan tegen over Jeri cho gelegen hebben: gelyk wy het ook op de Kaart hebben geteekend Maar men heeft voorbeelden r genoeg van Stedenamen, die in een ander gewest niewelings opkomen, vooral,na dat eene oudeftad van dien naam verwoest is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 480