PLIGT VAN VRIENDSCHAP. 419 en bedorven hebbe.Wanneer wy de vriendfchap in dit ligt befchouwen, is zy wezenlyk niets andersdan een tak van de algemene liejdeop een by zonder geval toegepast zyndeen in ene by- zondere omftandigheid, op ene luisterry- ke wy zezig vertonendeeneven ge- lyk de algemene goedwilligheidin een byzonder geval van verlegenheid of nood geoeffend wordende, den naam en het karakter van barmhartigheid aanneemt (fchoon in nature niet veranderd wor dende) zo ontfangt zein 't geval van afzonderlyke genegenheidtusfchen twee of meer deugdzame perfonen, van ge- lyke neigingen, oogmerken en belan gen den naam van vriendfchap. VI. Het vooroordeel, gefterkt door een zugt tot het verwonderlyke, heeft 'tis waar, enen geweldigen ophef ge maakt van de vriendfchap zommiger Helden van vorige Eeuwendog ik twyf- fele hartelyk, of niet by de meesten, eer ene foort van Geestdryverydan be redeneerde genegenheid plaats hadde. Aan wie hebben de Poeeten meer hun digterlyk verguldzelzelfs tot verkwis- tens toe, verfpilddan aan Orestes en D d 2 Py*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 497