PLIGT VAN VRIENDSCHAP 423 menfchen ging, maar zelfs onzen vyan cien wel te doen en te verpligtenom onze toegenegenheid en hulp niet flegts tot enigen weinigen te bepalen, maar op de onbekrompenfle wyze dezelve je- gen allen uit te ftrekkenmet een woord, om volmaakt te zyn, gelyk onze Vader die in de hemelen is, volmaakt is (f).— Zodanig ene uitgeftrekte goedwillig heid fluit gewisfelyk alle die byzonder- heden in van agtingegunstegenegen heid en tederheid, welke in enige om- Handigheden en op enigerleije wyze kun nen betoond wordenzy vormt, wel betragt zynde, de verfcheiden beminne- iyke karakters van enen liefhebbenden Egtgenoot, enen tederen Vader, enen getrouwen Vriend, een nuttig Burger, een goed Patriot, en 't geen nog boven die allen gaat, 't geen het hoogfte top punt van ware grootheid en goedheid iswaar toe deze allen zig kunnen verenigenenen algemenen Menfchen- vriend.Daar dan de Kristelyke Zede- leer, in de grote wet van algemene goedwilligheidenen algemenen levens regel, voor allen menfchen heeft neder- Dd 4 ge- ïf) Matth. V: 48.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 501