43O c. DE VRIES OVER DEN harte (1).Wederom, ware vriend- fchap bevat in zig ene tedere genegen heid en goedgunjligheidwelke zig in al le omftandigheden laat blyken en voor- namelyk vertoont in daden van edel moedige bekommering voor elkanders belangen, yver, en begeerte naar elkan ders geluk deelneming in elkanders lot, behulpzaamheid en onderfteuning in gevallen van nood, verlegenheid of gebrek. Alle deze byzonderheden zyn de wezenlyke takken of eigenfchappen der Kristelyke liefde, gelyk wy mogen opmaken uit de verfcheiden geboden, om niet alleen met woord en tongemaar met daad en waarheid lief te hebben (i Joh. III: 18.)om zig te verblyden mei den blyden en te wenen met den wenen den (Rom. XII: 15.); om mede te delen tot de behoeftigen der heiligen (Hoofdft. XII 13.), en elkanders lasten te dragen om niet alleen onze pogingen uit te ftrek- ken ter bevordering van elkanders tyde lyk geluk; maar ook van den geestelyken welftand onzer broederen: om de ont- fangene gaven aan anderen te bedienen ten einde zy verjlerkt worden (1 Pet. IV: 10.),met eerden eenden anderenvoor gaande (Rom, (1) 1 Pet. 122.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 508