PLIGT VAN VRIENDSCHAP. 431 (Rom. XII: 10.), de kleinmoediger! te ver troosten de zwakken te onderfleunen (1 Thesf. V14.), en den afgedwaalden te bekeren (Jak. V 19.).Ware vriendfchap onderfcheid zig door vere niging van gemoederen een overeen komst van jmaakvan gevoelensvan oogmerkenvan neigingenen deze be minnenswaardige eigenfchap heeft de broederlyke liefde duidelyk aan zig. Zy voortfpruitende uit beginzels van zuive re deugd en Godsvrugt, is de naauwfte band van vereniging, die tusfchen re- delyke gemoederen kan plaats hebben en maakt de Kristenen één hart en één zieldoor een zei ven zugt tot goedheid gedreven wordendeenerlei waarheden omhelzendeéén Heer één gelooféén doopéén hoop hebbendeworden zy ons verbeeld als ranken van één wynflok, Jlenen van één en het zelfde gebouw, le' den van één lighaamja zo' zeer waren zy eertyds, toen de welvoeglykheid zulks toeliet en de nood het eischteaan eikanderen verknogt, dat zy zelfs in ge- meenfchap van tydelyke goederen met eikanderen leefdenmenigvuldig zyn daarom ook de vermaningen der Apos telen, tot vredeen eensgezindheidwel ke

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 509