432 C DE VRIES OVER DEN ke met liefde zelve gedurig verwisfeld en altyd als een noodzakelyke tak daar van word aangemerkt in hunne fchrif- ten.Nog eens, afzonderlyke vriend- fchap, zal zy opregt zyn, moet van on derling vertrouwenvrymoedigheid en openhartigheid verzeld gaan en het is door deze gemeenzaamheiddat zy zig voornamelyk onderfcheid van algemene goedwilligheid. Ware vrienden fchromen niet eikan deren de geheimen van hun hart te open baren en zelfs hun gebreken voor el- kanderen aan den dag te leggenzynde nimmer afkerig om goeden raad en hulp te geven, of aan te nemen.Nu dit word ons ook duidelyk geleerd tot de liefde der Kristenen te behoren, gelyk wy mogen opmaken uit de vermaningen om eikanderen de zonden en verborgen gebreken van het hart en den wandel te belyden (Jak. V: 13.); eens iegelyks mis hagen hem onbewimpeld onder het oog te brengen, en de ongeregeldheden te beftraffen, elk anderen in gevalle van kleinmoedigheid te vertroosten en mal- kanders zwakheden te gemoet en te hulp te komen, 1 Thesf. V14. XI.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 510