DEN DR AC UNCULUS. 447 daar is ingevoerdmaar ik heb verfchei den redenen welke my hier aan doen twyffelen. Dit althans is zeker, dat hy reeds in zeer oude tyden daar is bekend geweest. Toen ik inden jaare 1751 met een on zer Oorlogfchepen te Curacao kwam was 'er nog geen voorbeelddat eenigen der matroozen van Hollandfche Oorlog fchepen door dezen Worm befmet wa ren geweesten ons geheele fcheepsvolk bleef toen daar ook van bevryd. Maar inden jaare 1753, met een ander onzer 's Lands fchepen, weder te Curacao ko mende werden verfcheiden onzer fche- pelingen daar van aangetast, en door my behandeld. By anderen openbaar den zig de eerde verfchynzelen derzel- ver eerst op de t' huis reizeen fommi- gen werdenze niet gewaardan toen zy even na het voleindigen der reize te Am- Jlerdam aankwamen. Een jaar daar na zelfsmet een ander Oorlogfchipeen reize naar de Middelandfche Zee doen de, heb ik ze gezien by matroozen, wel ken de vorige reize met my naar de Westindien gedaan haddenzonder dat dezen, in dien tusfchen tyd, eenige de minde blyken daar van befpeurd hadden. De

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 525