Dracunculus gelykendehoewel ze te vens toeftondendat hier omtrent geene naauwkeurige onderzoekingen gedaan v/aren. Ik verledigde my derhalven tot het onderzoek van het put en zeewater, en vond daar in wel eene groote mee- nigte van infedten, maar geenen, wel ken de bepaalde gedaante der Dracun- culi hadden. Herhaalde nafpooringen egter deden myby zekere inhammen van klippen, wormen ontdekken, wel ke drie en vier duimen lang waren, en volmaakt overeenkwamen met den Dra- cunciilus. Verfcheiden' inwoonders al- daafaan welken ik deze water-Infect en vertoond hebbe, befchouwdenze met my, als waarlyk tot de Dracunculi te behooren. Zou de onoplettenheidin nafpooringen hier omtrentde reden zyn, dat deze wormen (zoo ver ik weet) te voren door anderen niet in het water al daar ontdekt zyn (y) en zou het lig- F f 2 haam DEN DRACUNCDLUS. 451 (y) Dc Heer Paliasin zyne Dis/ertatio Medic de hifeiiis vivenübus intra Vóventia fwg. 10, verhaalt, dat de Dracuticulus door den Heer Lvfmedi- cus by den Hertog van Strelizin de Wanzkcr-zce zoude gevonden zyndog dc befchryving van de gedaante des worms aldaar, komt met die, wel ke ik te Curacao heb waargenomen geheel niet overeen-.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 529