458 B. HÜSSEM OVER meenlyk hevige ontftekingen eene meerdere verettering, en dezelve komt by hukken en brokken naar buiten. In dit geval moet men enkel met weekma kende middelen verbinden, en afwag- ten, dat de Natuur zelve het tegenna- tuurlyke lighaam naar buiten voert. Als de Dracunculus zig vertoont onder de gedaante van een ontdoken gezwel, zoo moet het gebrek met weekmakende pap pen behandeld, en, na dat het zelve tot verettering is overgegaan, geopend wor den dit gedaan zyndemoet men den geheelen worm, indien het mogelyk is, wegnemen. Van deze behandelin gen hebbe ik my altoos met eenen goe den uitflag bedienden my nimmer ver trouwd op zoo genaamde fpecifique hulp middelen die in dit geval nimmer iets konnen uitwerken. De Zwarten onder- tusfchen maken dagelyks gebruik van verfchillende aanlegzels om het uitko men der Dracunculigelyk zy zig ver beelden, te verhaastenen onder dezen zyn de voornaamften, asch met limoen- fap, doorgefneden limoenen* met zout, kaarsfmeer cajaput-olie, groene zeep, en fmeer met fnuiftabak vermengd. De Natuur, inderdaadontlast zig eindelyk, qn-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 536