468 JUSTUS TJEENK OVER DE de reizigers, die het Oosten doortrok ken hebbenzich wat fterker in de Oos- terfche talen gekend haddenen wat meer in de Bybelfche waarheden geoef- fend waren geweestwanneer hunne reizen van vry grooter en uitgeftrekter nut zouden geweest zyn. Het moet derhalven zyner deensche majesteit die dat gebrek heeft willen verhelpen tot onfterftyken roem verftrekken, van een gezelfchap Geleerde lieden naar Arableen de aangrenzende landen, ge zonden te hebben, om daar alles op te fpooren, wat eenigzins dienen kon ter opheldering van de openbaring, de Na tuur lyke hijlorieen de Geographie. Wy verlangen ongemeen die gelukkige uit werking van deze onderneming binnen korten te zien. Ondertusfchen willen wy niet ftil zit ten, maar het onze tot opbouw der H. Aardrykskunde bydragenzoo veel doen- lyk voorbyftappende al het gene van anderen over dit zelfde onderwerp is te boek geflagenen ons ftiptelyk houden de aan het oogmerk van dit Genootfchap 't welk iet nieuws vordert, of ene oude waarheid nader met nieuwe bewyzen wil geftaafden van alle zwarigheid ont-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1771 | | pagina 546